Zilverstraat 34

 

De huizen Zilverstraat 34, 36 en 38 te Utrecht hebben een lange, sterk verweven geschiedenis die in de 14de eeuw begint. Na een brand in 1538 werden de huizen min of meer herbouwd. Het ging toen om twee dwarse huizen van één bouwlaag, waarbij aan het eind van de eeuw twee diepe achterhuizen toegevoegd werden, eveneens van één bouwlaag, met de kappen loodrecht op die van het voorhuis. Bij het bouwhistorische onderzoek werden resten van een muurschildering uit de 16de eeuw gevonden met een gestileerd plantaardig motief.

 

Zilverstraat 34 is het huis met de Zilverbergspoort: de overbouwde doorgang die naar een hofje met een eigen straatnaam leidde. Wie in die doorgang kijkt ziet op het eerste gezicht een enkelvoudige balklaag: een reeks balkjes die het plafond vormen en van de rechter naar de linker muur lopen. Maar bij een bezoek aan het hele huis blijkt het om het linker vak van de 16de-eeuwse samengestelde balklaag te gaan: op enkele zware eiken moerbalken van vóór- naar achtergevel rusten de kinderbintjes haaks erop.

 

Door links een dun muurtje op te trekken, ontstond rond 1800 een gang die de Zilverstraat verbond met het hofje dat hier ontstond. Het achterhuis van Zilverstraat 34 fungeerde net als Zilverstraat 32 als zelfstandige woning aan dat hofje, terwijl het achterhuis van het buurpand ook twee huisjes aan het hofje bevatte. Evenals Zilverstraat 12 werd dit huis door het UMF naar plannen van architect Ter Stege gerestaureerd vóór het in 1981 in erfpacht verkregen werd.

 

Klik hier voor meer informatie Zilverstraat 34.