Nieuwegracht 37

Voor Utrecht is het kleine huisje aan de Nieuwegracht 37 een opmerkelijke verschijning.

 

Dit huis vertoont in zijn gevelarchitectuur een sterke verwantschap met de in de eerste helft van de 17de eeuw door de Amsterdamse bouwmeester, Hendrik de Keyser, gebouwde woonhuizen. Samen met Oudegracht 168 (bij het Wed) is het één van de twee in Utrecht nog overgebleven panden van dit bouwtype.

 

Bij de aankoop in 1966 verkeerde de woning is sterk onderkomen toestand. De kap was einde 1965 door brand verwoest; de bewoners hadden het –met achterlating van allerlei weinig waardevolle goederen- overhaast verlaten. Een jaar lang vrij spel weer en wind hadden de rest gedaan.

 

Voor de restauratie werd door de Architect A.L. Oosting, in nauw overleg met de gemeentelijke monumentencommissie en het bestuur van het UMF een plan opgesteld. De uitvoering hiervan is gedaan door de N.V. Aannemersbedrijf Woudenberg te Ameide.

 

Na uitvoerige sloopwerkzaamheden, waarbij onder meer het plaatsje werd vrijgemaakt van de daarop opgetrokken bouwsels (toilet, keuken en een kast die bij nummer 35 bleek te horen), de achtergevel werd afgebroken en de onderpui en de tap van de voorgevel werden verwijderd. Daarna is de nieuwe kap geplaatst.

 

Tijdens de uitvoering van deze restauratie werden enkele belangwekkende vondsten gedaan. De noordelijke zijmuur bleek voor een belangrijk deel uit middeleeuwse moppen te bestaan: pand nummer 35 is dan ook belangrijk ouder dan nummer 37. In deze zijmuur, die dus oorspronkelijk buitenmuur was, (de aangetroffen ankers tonen dit mede aan) kwamen enkele houten lateien te voorschijn, die wellicht wijzen op het oudtijds ter plaatse bestaan hebben van doorgangen. Nummer 37 zal vermoedelijk, ter opvulling van de tussen de aangrenzende panden aanwezige ruimte door het enkele oprichten van een voor- en achtergevel zijn ontstaan (aan de zijde van nummer 39 was oorspronkelijk een poortdoorgang naar het binnenterrein aanwezig, waarvan de resten zich nog duidelijk in de voorgeven van dit huis aftekenen.

 

De raamkozijnen in de voorgevel op de 1e en 2e verdieping bleken oorspronkelijk kruiskozijnen te zijn geweest, terwijl in de houten puilijst de gaten van de stijlen van de 17de -eeuwse houten onderpui werden aangetroffen.

Bijzonder opmerkelijk was de vondst van restanten van het wapen van de bekende Utrechtse familie Van Weede op het wapenschild in de voorgevel. Uit de transportakte van 24 februari 1699 valt af te leiden dat het huis inderdaad door deze familie is gebouwd.

 

De restauratie kwam begin oktober 1967 gereed. Op dat moment was uit een bouwval een van modern comfort (waaronder gasgestookte centrale verwarmingsinstallatie) voorzien woonhuisje ontstaan.

Klik hier voor meer informatie.