Keizerstraat 35

Het bouwjaar van dit huis is 1645. Een fraaie voorgevel met natuurstenen kroonlijst en tympanen boven de kruisvensters zijn de eerste eyecatchers. En ook de gedecoreerde ingang is een blikvanger.

 

Wiens werk het pand is? Het gebouw is waarschijnlijk een geestesvrucht van architect Ghijsbert Thönisz van Vianen. Hij was de stadsmetselaar en heeft mogelijk dit pand, een tweebeukig dwarshuis, ontworpen; in Hollands classicistische stijl.

 

De voorzijde heeft er lang niet altijd zo uitgezien. Enige tijd was ze voorzien van pleisterwerk. De voorgevel is, met steun van het UMF, in jaren 1946-’47, helemaal ontpleisterd en gerestaureerd. Ook zitten er nu weer kleinere raampjes in. In de loop van tijd had men een andere raamindeling gemaakt, en hiermee afgeweken van de 17e eeuwse stiel.

 

Binnen is ook moois te zien: een eiken spiltrap is de moeite meer dan waard. Boven de begane grond van de achterste beuk ligt een samengestelde balklaag evenwijdig aan de voorgevel. In de velden tussen de moerbalken bevindt zich een deels nog intact 17e eeuws leemstucplafond (omstreeks 1648). Het decoratieprogramma van het bijzondere plafond bestaat uit geometrische patronen en bloem- en parelmotieven. Diverse materialen zijn voor het stucwerk toepepast. Eiken twijg is gebruikt in het leem. En kalkmortel, met dierenharen. Daarnaast leemmortel met strohaksel. RASP-stuc Breda heeft het onderzoek naar het plafond verzorgd.

 

Vroegere bewoners waren onder meer Fransen, muziekpedagogen, een toonkunstenaar, een sergeant der genie, en rijwielfabrikant Verheul.

 

In 1824 woonden hier de Franse handelaar Guillomme Bidos met zijn vrouw Christine Money, die modemaakster was. Daarnaast woonden hier werknemers: drie naaisters (uit Brussel en Luik) en vier dienstmeiden. Deze hadden hun nachtverblijf op de zolder. Het echtpaar Bidos-Money, is in Frankrijk geboren en het zou goed kunnen dat zij eens meegekomen zijn met koning Lodewijk Napoleon die hier vlakbij vanaf 1809, aan de Drift, zijn paleis had. Dat hun dochter in 1813 te Amsterdam werd geboren, kan duiden dat de familie Napoleon volgde, om hierna weer terug te keren naar Utrecht. In 1840 wijst de volkstelling uit dat er nog vier dames wonen, met de achternaam Bidos. In 1850 blijkt inmiddels onder andere een weduwe, Johanna Maria van Lent bewoonster te zijn.

 

Tussen 1860-1879 woonde hier Gerardus Leonard Bitter, een gepensioneerde officier uit Rotterdam, met zijn vrouw en drie vrouwelijke dienstboden.

 

Vanaf 1880 was hier de familie Boekelman woonachtig. Boekelman was muziekonderwijzer. Twee van zijn dochters worden eveneens muziekpedagoog en geven les aan huis. De laatste bewoner, A.J. Boekelman, staat eerst te boek als werktuigbouwkundig ingenieur (1908). In 1916 wordt hij inmiddels beschreven als toonkunstenaar.

 

In 1921 krijgt Hendrik Verheul het pand in eigendom. Hij was grossier in rijwielonderdelen. Verheul en later zijn zoons runden een fietsfabriek op deze locatie. In de periode 1926-30 staat hier heer Rohmann, die sergeant is bij de genie overigens ook ingeschreven. De fietsfabriek van Verheul heette ‘Rivertown’ . Hij vervaardigde en verkocht diverse fietsenmerken met mooie namen als ‘Dolomiet’, ‘Hazenwind’ en ‘Rivertown’. In 1975 wordt de fietshandel en –fabriek opgedoekt.

 

In 1985 komt het pand in handen van het UMF. Het huis heeft nog even gediend als studentenwoning. Tijdens een verbouwing in 2009 is, bij het slopen en strippen van delen van het pand, een bijzonder behang gevonden . Het is een tafereelbehang uit de eerste helft van de 19e eeuw met mythologische personen en ossen, en met sierrand. Het behang is onderzocht door het behangmuseum. Het is nu te bewonderen op het kantoor van het UMF, Lange Nieuwstraat.

 

Klik hier voor meer informatie.