Jeruzalemstraat 8 en 10
De geschiedenis van het pand Jeruzalemstraat 8-10 is met zekerheid terug te voeren tot de jaren zestig van de 16e eeuw. 20 December 1561 verkochten de deken en het kapittel van Oudmunster voor 800 carolusguldens dit huis, waarin toen mr. Johan Bogaert woonde, aan hun medekanunnik Adelbert van Nijenburch. Het transport ten overstaan van de Utrechtse schepenen vond pas op 18 april 1565 plaats. Enkele overgebleven oorkonden, vanaf ongeveer 1450, in het archief van het kapittel van Oudmunster doen echter vermoeden dat het perceel, waarop het pand Jeruzalemstraat zich bevind, zich uitstrekte tot aan de Herenstraat.
Het pand bestaat uit een hoofdvleugel, langs de Jeruzalemstraat gelegen, die waarschijnlijk in het derde kwart van de 15e eeuw is gebouwd. Haaks daarop is eind 15e eeuw een zijgevel gebouwd. In de oksel van het pand is in de eerste helft van de 16e eeuw een traptoren gebouwd met daarin een spiltrap. Aan de zuidzijde wordt een eenlaagse aanbouw gebouwd, aan de tuinzijde zijn in de gevel van deze aanbouw nog de resten van een poort gevonden, waarschijnlijk van een stalling aangezien aan de straatzijde deze poort niet wordt doorgezet. De gevels aan de tuinzijde waren oorspronkelijk waarschijnlijk niet bedoeld als achtergevels, na de bouw van de traptoren zijn de gevels aan de hofzijde rood geverfd en in de gevel van de traptoren was oorspronkelijk.
Het pand Jeruzalemstraat 8-10 heeft verschillende functies gehad. Er woonden veel verschillende mensen, kanunnikken, een landmeter, een baron. Tijdens de industriële revolutie, in de 19e eeuw, is er in het pand een tapijtfabriek gevestigd en daarna een boekdrukkerij, drukkerij den Boer. Een forse verbouwing in verband met bedrijfsuitbreiding, waarbij de tuin grotendeels werd overkapt heeft forse schade toegebracht aan de achtergevel van de hoofdvleugel. De achtergevel werd bijna volledig doorgebroken. De constructie van het pand moest met ijzeren stangen en balken versterkt worden om doorzakken van de verdiepingsvloeren onder het gewicht van drukpersen en zetmachines te voorkomen.
In 1969 verwerft het UMF het pand nadat drukkerij den Boer naar Kanaleneiland verhuisd. In 1974 wordt in de eerste fase van de restauratie de kappen gerestaureerd. Tijdens de tweede fase van de restauratie, in 1986/1987, wordt het pand verbouwd tot zes volledige appartementen. De tuin wordt, samen met de bewoners die het onderhoud op zich nemen, heringericht.
De gegevens zijn afkomstig uit de ‘Archeologische en bouwhistorische kroniek van de gemeente Utrecht over 1984’ geschreven door B. Klück, de eigenaren-geschiedenis is onderzocht door drs. M. de Bruijn.
Klik hier voor meer informatie.